Verander de interne beleving met mapping across
Mapping across (ook wel contrastive analysis genoemd) is een NLP techniek om een negatieve ervaring om te buigen naar een positieve ervaring, door de interne bouwstenen (submodaliteiten) te veranderen. Mapping across is effectief wanneer je op een helpende manier tegen een bepaald gedrag, persoon of een bepaalde situatie wilt aankijken.
Hoe pas je een mapping across toe?
In de uitvoering bestaat mapping across uit verschillende fases:
Voor het gemak hebben we een submodaliteiten checklist uitgewerkt aan de hand van een aantal ‘drivers’. Drivers zijn de meest impactvolle submodaliteiten; wanneer je een driver verandert, veranderen er meerdere submodaliteiten mee. Alhoewel je deze checklist prima kunt gebruiken, is de techniek krachtiger hoe meer submodaliteiten je bij langs gaat.
1. Noteer submodaliteiten huidige situatie
Denk eerst aan de huidige situatie, tot het punt dat je het helemaal levendig hebt in gedachten. Heb je daar een beeld bij? Hoor je bepaalde stemmen of geluiden? Welke gevoelens zijn gekoppeld aan dit beeld? Als je deze oefening toepast met betrekking tot een persoon, denk dan eerst aan een persoon die je juist niet mag. Bepaal de submodaliteiten en vul de checklist in.
Bijvoorbeeld: Als je denkt aan de huidige situatie, is het beeld dan groot of klein? Het antwoord noteer je dan als volgt in de checklist:
Soms kan het zijn dat er helemaal geen beeld, geluid of gevoel gekoppeld is aan een interne beleving. In dat geval kun je deze submodaliteiten gewoon overslaan.
Als je de checklist hebt ingevuld pas je een break state toe. Dit houdt in dat je even ergens anders op gaat focussen. Als je deze techniek als coach uitvoert, verander dan even van onderwerp.
2. Noteer submodaliteiten gewenste situatie
Na de break state doe je hetzelfde voor de gewenste situatie (of persoon die je juist wel mag). Noteer je antwoorden in de checklist. Het gaat hier met name om de verschillen, je hoeft dus niet alle submodaliteiten voor de gewenste situatie te noteren. Als submodaliteiten van de gewenste situatie overeenkomen met submodaliteiten van de huidige situatie, laat je het vlak leeg.
Bijvoorbeeld: Is het beeld groot in de huidige situatie maar klein in de gewenste situatie, dan vul je deze in. Zijn ze beide even groot, dan sla je deze over en ga je naar de volgende.
3. Verander submodaliteiten huidige situatie
Na een tweede break state ga je de submodaliteiten veranderen. Daar waar ze van elkaar verschillen, verander je de submodaliteit van de huidige situatie naar degene van de gewenste situatie.
Bijvoorbeeld: Is het huidige beeld groot? Maak het dan maar kleiner, en wel zo totdat het neutraal of zelfs positief aanvoelt.
Als je deze techniek als coach toepast, wees vooral zintuiglijk scherpzinnig en merk bij elke verandering op wat er bij je coachee gebeurt. Geef je coachee genoeg tijd en ruimte om per submodaliteit de verandering aan te brengen. Als je niet zeker weet of je coachee al zover is, check het dan even door te vragen.
Als alle submodaliteiten zijn veranderd, dan pas je een laatste break state toe.
Is de mapping across gelukt? Denk dan maar eens terug naar hoe de oude situatie was en merk maar wat er nu van binnen gebeurt. Hoe is dat nu anders dan voorheen? Als alle stappen goed zijn uitgevoerd, zul je merken dat de negatieve lading veel minder is, of zelfs is verdwenen.
Doordat de bouwstenen van de interne representatie zijn veranderd, is de daadwerkelijke beleving dus ook anders!